Metropolis M has just published my review of the new edited volume We Are in Open Circuits: Writings by Nam June Paik, edited by Gregory Zinamn, John Hanhardt and Edith Decker-Phillips. The review includes insights into the Paik’s traveling exhibition, Nam Juen Paik: The Future is Now, soon to be open at the Stedelijk Museum in Amsterdam.
The essay, titled “Archiefactiveringen” (Engl. Archival Activations) discusses what does it mean to work across media and genres utilizing cutting edge technologies to produce artistic work? What does it mean to compose works “unusually” rather than to follow a pre-imagined ideal? Can assembling the world from found materials, embracing chance and error, and tinkering with what is already given become an alternative to the conventional modes of creation?
An excerpt from the publication is attached below. English version will follow this summer online at Metropolis M.
Wat betekent het om artistiek werk te maken in verschillende media en genres, en met geavanceerde technologieën? Wat betekent het om werken op een ‘ongewone’ manier te componeren in plaats van een vooraf ingebeeld ideaal te volgen? Kan het samenstellen van de wereld uit gevonden materialen, het omarmen van toeval en falen, en knutselen met dat wat gegeven is, een alternatief zijn voor de conventionele vormen van creatie?
Nam June Paik wordt terecht gezien als een pionier in het gebruik van nieuwe technologieën om werken te maken die ons begrip van wat een kunstwerk is, wat het doet en hoe het de tand des tijds doorstaat ondanks technologische transformaties, heeft uitgebreid. In zijn vroege jaren was hij vooral een performer en experimenteerde hij met televisie. Zijn opkomende crossmediale praktijk had veel te danken aan zijn muzikale en artistieke studies in Japan en München, evenals aan zijn betrokkenheid bij de avant-gardistische en elektronische muziek, en Fluxus in Duitsland. Paik bracht het grootste deel van zijn tijd door in New York om de taal van video en televisie in te zetten als artistiek medium. De kunstwerken die hij maakte en de schetsen, aantekeningen en visuele mock-ups uit archieven tonen zijn immense ambitie en behoefte om te experimenteren met de mogelijkheden die de toen nog weinig toegepaste elektronische media te bieden hadden.
Paik gebruikte een brede selectie aan materialen en artistieke disciplines. Hij daagde het algemene begrip van een kunstwerk als een fysiek object uit en onderzocht hoe een kunstenaar afstand kan doen van uniciteit en singulariteit door het produceren van meerdere versies van een werk. Eén van de grootste innovaties van Paik – en één van de grootste uitdagingen voor de traditionele manier van verzamelen, conserveren en presenteren – was zijn afwijzing van het unieke authentieke object; hij maakte gewoonlijk werk in talloze versies, variaties en kopieën. Bovendien stond Paiks open creatieve proces wijzigingen en ingrepen toe lang nadat zijn kunstwerken hun leven begonnen als onderdeel van een museumcollectie; een kwestie die de beheerders van de zogenaamde ‘nieuwe media’ steeds vertrouwder werd, maar daarom niet minder problematisch was.
De publicatie We Are in Open Circuits: Writings by Nam June Paik (2019) werpt nieuw licht op Paiks artistiek-filosofische project en brengt een einde aan een lange publicatiestilte van primaire bronnen over zijn werk. Het boek is bijzonder actueel vanwege de reizende tentoonstelling Nam June Paik: The Future is Now, die tot voor kort te zien was in Tate Modern in Londen, straks opent in het Stedelijk Museum Amsterdam en later doorreist naar instellingen in Chicago, San Francisco en Singapore.
Hanna B. Hölling, “Archiefactiveringen,” Metropolis M, 44, 1 (2020): 42-45